INFORMATIE

Zwemdiploma’s

Samenwerking met de Nationale Raad Zwemveiligheid

OZV is door de NRZ gelicentieerd om les te mogen geven volgens het Zwem-ABC. Met deze Licentie wordt de borging van veiligheid en kwaliteit van leren zwemmen gestimuleerd. Dit geeft de ouder/verzorger de zekerheid dat de zwemlesaanbieder die in het bezit is van de Licentie handelt volgens de kwaliteitsstandaard van de zwembranche. Meer weten? Kijk op Nationale Raad Zwemveiligheid

  • Wij begeleiden de kinderen zodanig dat hun veiligheid in alle opzichten verzekerd is.
  • Spelenderwijs groeien naar zelfstandigheid! Dit is ons uitgangspunt voor de wijze waarop wij een kind begeleiden bij het snel en veilig leren zwemmen. Het zelf proberen en daarvan leren vinden wij van groot
  • De ontwikkeling vanaf ‘nog lang niet watervrij zijn’ tot meer dan 6 meter onder waterzwemmen is een veeleisend traject dat wij met de kinderen op plezierige en ontspannen wijze doorlopen. Dankzij de zwemlessen raakt het kind bekend en bevriend met het water en worden vaardigheden bijgebracht die niet alleen op techniek maar vooral gericht zijn op het overleven in het water.

Onze aanpak

Wij hanteren een zwemlesplan dat in kleine overzichtelijke stappen het kind leert wat water is en diverse vaardigheden gericht op techniek en overleven, bijbrengt. We kennen de volgende trajecten:

  • Voortraject, Watervrij worden
  • Hoofdtraject, Zwemslagen aanleren
  • A traject, oefenen op weg naar het A diploma van het ABC programma
  • B traject, oefenen op weg naar het B diploma van het ABC programma
  • C traject, oefenen op weg naar het C diploma van het ABC programma

Traject 1

Het kind start met traject 1, water(vrees)vrij worden. De eerste zwemlessen zijn gericht op de omgeving van het bad, op de lesgever, op andere kinderen en uiteraard op het water.

De definitie van watervrij is niet bij een notaris gedeponeerd. Als het kind alleen en ook met anderen samen, van de kant af durft te springen, rent door laag water én door water op borsthoogte, bewust spettert, af en toe duikt als een dolfijntje, ballen gooit en vangt en spontaan attributen van de bodem oppakt en daarbij onderwater rondkijkt, dan is het watervrij.

Traject 2

In dit traject leren de kinderen de basisbewegingen van de schoolslag, de rugslag (zonder gebruik armen) en de borst- en rugcrawl. We beginnen ook met duiken en drijven en watertrappen. Soms hanteren wij hier een hulpmiddel dat bijvoorbeeld tot doel heeft het kind zich te laten concentreren op de benen terwijl de handen een plankje omklemmen. Dat plankje is dan geen drijfmiddel want dat hebben ze niet nodig, maar een hulpmiddel. Als het kind deze basisbewegingen onder de knie heeft en in staat is naar de zwemonderwijzer te luisteren en instructies op te volgen, dan stroomt het kind door naar het volgend traject. Hier wordt dan gericht geoefend om aan de eisen die aan het A diploma gesteld worden, te voldoen.

Trajecten 3 t/m 5 (Het Zwem ABC)

Deze trajecten zijn gebaseerd op het verder uitbouwen en borgen van de vaardigheden. Met een zeker gemak, stuwing en plezier moeten oefeningen kunnen worden uitgevoerd zodat het kind blijk geeft dat de vaardigheden beheerst worden en op verzoek kunnen worden getoond. Het herhalen van oefeningen en het letten op belangrijke details vergt concentratie die niet elk kind even gemakkelijk kan opbrengen. De spanning van het diplomazwemmen wordt deels weggenomen door het proefzwemmen dat 1-2 weken voorafgaand aan het diplomazwemmen plaatsvindt.

Het diploma zwemmen

Gedurende de lessen vordert gestaag de vraag wanneer er afgezwommen kan worden en ’n diploma kan worden behaald. Meestal zwemmen wij 2-3 keer per jaar af. Vrijwel altijd aan het eind van een zomer- en winterseizoen,. In het winterseizoen vaak nog eens in december. De beslissing wie kan afzwemmen wordt door ons genomen aan de hand van de geldende eisen. Nog niet kunnen afzwemmen is soms teleurstellend voor het kind en voor u. Wij proberen u bijtijds over de vorderingen te informeren zodat het (nog) niet kunnen afzwemmen geen al te grote verrassing is.

Hoewel de eisen ‘zwart op wit’ staan is die beslissing niet altijd eenvoudig. Soms beheerst een kind alle oefeningen op één enkele na. Soms zie je dat alle oefeningen technisch wel goed begonnen worden maar dat ze niet zonder onderbrekingen worden uitgevoerd. Of dat het te langzaam en te onzeker gaat, te onbeheerst en onzorgvuldig worden uitgevoerd of met te weinig kracht. Of dat het uitsluitend goed gaat als de zwemonderwijzer er voortdurend naast loopt en nadrukkelijk aandacht geeft. Dan kan er nog niet afgezwommen worden en oefenen we nog gewoon even door. Ook weten we dat (leren) zwemmen in een koud, winderig en regenachtig buitenbad lastiger is dan zwemmen in de meer beschermende omgeving van een binnenbad. Daar houden we bij de beslissingen rekening mee.

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma A laat je kind zien een basisconditie te hebben en de basisvaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad zonder attracties. Je kind kan zich redden als het onverwacht in het water valt. Zwemdiploma A is de opstap naar Zwemdiploma B en het complete Zwem-ABC

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma A laat je kind zien dat hij of zij:

zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een basisafstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) en zelfstandig uit het water kan klimmen.
Op verschillende manieren het water in kan gaan, zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen.
Een basisconditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een basisafstand te overbruggen.
De vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch voldoende tot goed kan uitvoeren over een basisafstand.
Kan drijven op de buik en op de rug. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
Kan watertrappen met armen en benen, kan draaien en zich kan oriënteren.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma A
Badkleding
Shirt, hemd of blouse met lange mouwen
Lange broek, jurk of rok tot de enkels
Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan)

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma B laat je kind zien een goede conditie te hebben en de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan,
een golfslagbassin en een stroomversnelling. Je kind kan zich goed oriënteren boven en onder water. Zwemdiploma B is de tussenstap naar het complete Zwem-ABC.

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma B laat je kind zien dat hij of zij:

Zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een langere afstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl), zich onder water kan oriënteren en zelfstandig uit het water kan klimmen.
Vanaf de kant kan duiken, zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen.
Een goede conditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een langere afstand te overbruggen.
De vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch voldoende tot goed kan uitvoeren over een langere afstand.
Naar een drijvend voorwerp toe kan zwemmen en hierop kan drijven om uit te rusten en op de rug kan drijven. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
Kan watertrappen met armen en benen en zich tegelijk kan verplaatsen en dat je kind zichzelf richting de bodem kan laten zakken.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma B
Badkleding
Shirt, hemd of blouse met lange mouwen
Lange broek, jurk of rok tot de enkels
Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan)

Met het behalen van het Nationaal Zwemdiploma C laat je kind zien een zeer goede conditie te hebben en de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te bewegen en te recreëren in een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten/vaarten (behalve in de zee). Met het Zwemdiploma C heeft je kind voldaan aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.

Vaardigheden
Bij het behalen van het Nationaal Zwemdiploma C laat je kind zien dat hij of zij:

Zich met kleren aan, na een onverwachte val in het water, boven water kan oriënteren met watertrappen, een lange afstand kan zwemmen met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl), zich onder water kan oriënteren en ergens doorheen kan zwemmen en zelfstandig uit het water kan klimmen.
Vanaf de kant kan duiken, zich onder water kan oriënteren, onder water ergens doorheen kan zwemmen en op een veilige plek kan bovenkomen.
Een zeer goede conditie heeft om met één of meer van de vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) een lange afstand te overbruggen.
De vier zwemslagen (schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl, rugcrawl) technisch goed kan uitvoeren over een lange afstand.
Met kleren aan naar een drijvend voorwerp toe kan zwemmen en hierop kan drijven om uit te rusten en op de rug kan drijven. Je kind voelt zich vertrouwd in het water.
Kan watertrappen met armen en benen en zich tegelijk kan verplaatsen en je kind kan omschakelen naar drijven op de rug om uit te rusten.

Kledingeisen diplomazwemmen Nationaal Zwemdiploma C
Badkleding
Shirt, blouse of hemd met lange mouwen
Lange broek, jurk of rok tot de enkels
Jas met lange mouwen
Schoenen (plastic, leren en sportschoenen zijn toegestaan; schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan).Meer informatie is te vinden op www.allesoverzwemles.nl

En dan?

Na het Zwem-ABC kan je nu ook het Diploma Balvaardigheid behalen!